Regelmatig gaan wij in gesprek met collega’s die iets vertellen over zichzelf, hun specialisme en gedrevenheid. Deze keer Majed. Wij kennen hem als een betrokken en leergierige collega. Dat hij nu in Nederland werkt is niet zo vanzelfsprekend; zijn roots liggen in Syrië en hij heeft heel wat hobbels moeten overwinnen om nu hier bij ons aan het werk te zijn.

In onderstaand interview vertelt Majed over zijn achtergrond, zijn motivatie en vooral waarom hij dankbaar is om nu hier in Nederland te zijn en mee te draaien in de maatschappij.  En hoe mooi is het dat hij in de rol die hij nu vervuld ook een essentiële bijdrage levert aan de leefbaarheid en veiligheid van onze maatschappij.

Majed, nu 30 jaar, woont sinds 2015 in Nederland. Zijn verhaal hoe hij naar Nederland is gekomen is er niet één die je vaak hoort. In 2011 is Majed op 18e jarige leeftijd alleen gevlucht uit Syrië naar Jordanië.

“Na 5 jaar in Jordanië te zijn geweest, wilde hij heel graag naar Nederland.
Op school las ik altijd al veel over Europa. Ik merkte dat ik in Jordanië niet het leven kon opbouwen wat ik wilde en heb daarom de stap gezet en de overtocht naar Europa gemaakt. Via Turkije, toen op een bootje de Middellandse Zee over, naar Griekenland en zo door via Servië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland naar Nederland. Met niet meer dan een rugzak en iets om onder te slapen ben ik bijna 2 maanden onderweg geweest.

In Nederland werd ik direct opgevangen in het Asiel Zoekers Centrum (AZC) in Ter Apel. Ook toen waren er al veel vluchtelingen naar Nederland gekomen en was het onrustig in de AZC’s. Elke 2 manden zat ik ergens anders. Zo zag ik direct wel heel Nederland ;-). Van Zwolle naar Doetinchem, Goes en als laatste in Katwijk. Daar heb ik mijn verblijfsvergunning gekregen. Om hier in Nederland echt een leven op te bouwen wist ik dat ik snel de taal moest leren, een essentiële basis. In een AZC is dat alleen best lastig omdat iedereen met een andere taalachtergrond bij elkaar zit. Ik leerde een Nederlandse vrouw kennen die mij een boek gaf. Zo heb ik stap voor stap Nederlands geleerd. Eerst het alfabet, woorden en makkelijke zinnen. Elke dag schreef ik van alles op. Zo had ik in 3 maanden een redelijke basis van de taal. Ik geniet erg van muziek en door ook naar Nederlandse liedjes te luisteren zoals Guus Meeuwis en Adré Hazes kreeg ik ook op die manier de taal mee.

Met mijn verblijfsvergunning op zak en het feit dat ik (een beetje) de taal sprak, kon ik op zoek naar werk en voelde het écht als een startpunt om hier zelfstandig een leven op te gaan bouwen. Ik wilde geen gebruik maken van een uitkering maar zelf echt bijdragen aan de maatschappij. In 2017 ben ik verhuisd naar Numansdorp. Naast mijn werk deed ik ook nog vrijwilligerswerk in een verzorgingstehuis. Ouderen mensen spreken langzamer en hebben geen haast, waardoor ik meer vertrouwen kreeg om de taal te spreken. Na verschillende banen ben ik in de Coronatijd aan de slag gegaan als toezichthouder Coronamaatregelen. Het sociale karakter en de interactie met mensen sprak me aan en ik wilde wel meer. Via een vacaturesite kwam ik terecht bij Handhaving Support. Om handhaver te worden moet je natuurlijk wel beschikken over de juiste papieren. Via Handhaving Support volg ik nu de opleiding BOA Basisbekwaamheid domein I. Naast de opleiding ben ik ook in de praktijk aan de slag. Ik leer veel en kan mezelf ontwikkelen.

Door mensen op een tactvolle en rustige manier te benaderen merk je dat je in gesprek kan gaan in plaats van lijnrecht tegenover elkaar te staan. Het feit dat ik Arabisch spreek en ook gebruiken uit de samenleving ken, heeft soms voordelen. De politie daar – handhaving kennen ze namelijk niet – is direct agressief, daardoor is de houding van de persoon die wordt aangesproken ook direct vijandig en zijn mensen bang. Door de juiste aanpak merk je dat ze “verzachten” en we met elkaar in gesprek kunnen gaan.

Op 3 mei doe ik examen en ik hoop dat ik daarna verder kan leren voor handhaving breed. Ik ben dankbaar dat ik in Nederland de kans heb gekregen om een leven op te bouwen en mezelf te ontwikkelen. Makkelijk is het zeker niet. Ik mis mijn familie en ik weet dat ik nooit meer terug kan naar Syrië, maar het geeft mij kracht dat ik hier voor mezelf een toekomst zie met fijn werk en veel vrijheid. Iets om dankbaar voor te zijn.”